
Volgens een Duits rapport vragen de families dat de VN hen compensatie verleent uit de fondsen die zijn overgebleven door de voormalige Libische dictator Muammar Gaddafi, die volgens Israël betrokken was bij de dodelijke aanslag in München.
De families van de 11 Israëlische atleten die zijn omgekomen bij een aanslag op de Olympische Spelen van München in 1972, eisen dat de Verenigde Naties hen 110 miljoen euro ($124,5 miljoen) schadevergoeding geven, wat neerkomt op 10 miljoen voor elk gezin.
Volgens een bericht van de Duitse krant Süddeutsche Zeitung vragen de families de VN om compensatie van het geld dat is overgebleven van de voormalige Libische dictator Muammar Gaddafi, die na zijn dood in 2011 door de organisatie is geconfisqueerd.
Het geld moet dus niet uit de VN-kas komen, maar uit rekeningen die na de dood van Gaddafi in 2011 wereldwijd zijn bevroren en sindsdien worden beheerd door een VN-orgaan. Gaddafi en enkele handlangers hadden naar schatting 200 miljard euro verduisterd, voornamelijk in Libische olieovereenkomsten, en waren in het buitenland terechtgekomen via een ondoorzichtig conglomeraat van genestelde brievenbusfirma’s, zoals niet in de laatste plaats de “Panama Papers” bewezen. Hiervan zou naar verluidt ook zeven miljard euro in Duitsland komen.
In het rapport staat dat de Israëlische ambassadeur bij de VN, Gilad Erdan, de Verenigde Naties informatie heeft verstrekt die Gaddafi in verband bracht met het bloedbad, dat werd uitgevoerd door de Palestijnse Zwarte September -organisatie.
Volgens de families van de atleten was Gaddafi op verschillende manieren bij de aanval betrokken: onder andere werden enkele van de terroristen die het bloedbad uitvoerden getraind in Libië, en één kwam Duitsland binnen met een vals Libisch paspoort.

Er werd ook gesteld dat Gaddafi Yasser Arafat – toen lid van de Palestijnse verzetsorganisatie Fatah en later voorzitter van de Palestijnse Autoriteit – vijf miljoen dollar betaalde na de aanslag als ‘erkenning’. Libië hield ook vieringen voor de militanten na de vrijlating van drie van hen uit een Duitse gevangenis.
De Süddeutsche Zeitung meldde dat de families in het verleden compensatie hebben ontvangen van Duitsland vanwege het falen van het veiligheidssysteem van het land dat het bloedbad mogelijk maakte. Enkele maanden na de Olympische Spelen werd via het Rode Kruis een miljoen dollar aan de families overgemaakt. In 2002 stuurde Duitsland hen nog eens drie miljoen euro.
Het huidige argument van de families is gebaseerd op het feit dat Libië in het verleden de slachtoffers van terroristische incidenten heeft vergoed die door zijn burgers of op zijn grondgebied zijn gepleegd.
In 2008 maakte Libië 1,5 miljard dollar over aan de families van de 270 slachtoffers van de bomaanslag op de Lockerbie-luchtvaartmaatschappij in 1988 – een bomaanslag op een vliegtuig dat van Londen naar New York vloog, waarvoor Libië verantwoordelijk werd gehouden .

Ankie Spitzer en andere familieleden van de slachtoffers uit München moesten lange tijd vechten voor schadevergoeding van de Bondsrepubliek, de Vrijstaat Beieren en de stad München. Een paar maanden na de aanslag kregen ze via het internationale Rode Kruis slechts een miljoen dollar als ‘humanitaire hulp’. Met deze constructie wilden de Duitse autoriteiten, wier veiligheidstroepen in 1972 schromelijk hadden gefaald, de indruk van een schuldbekentenis vermijden. Pas in 2002 maakten de Duitsers nog eens drie miljoen euro over aan 34 nabestaanden.
Bronnen:
- naar een artikel van Ofer Aderet “Families of Israeli Athletes Murdered in Munich Olympics Demand $125m From UN” van 27 november 2021 op de site van Haaretz
- naar een artikel van Roman Deininger en Uwe Ritzer “Hinterbliebene fordern 110 Millionen Euro Schadenersatz” van 28 november 2021 op de site van Die Süddeutsche Zeitung
- naar een artikel van Inge Vrancken “Nabestaanden van slachtoffers aanslag Olympische Spelen München (1972) eisen schadevergoeding” van 24 november 2021 op de site van VRT NWS
- naar een artikel “After 49 years, Israeli victims of 1972 Olympic massacre honored at Tokyo opener” van 23 juli 2021 op de site van The Times of Israel