
Israëlisch-Arabisch journalist Khaled Abu Toameh over persvrijheid in de Palestijnse gebieden
Khaled Abu Toameh, 50 jaar, een prijzenwinnende Israëlische journalist en maker van filmdocumentaires, bericht reeds drie decennia over Arabische kwesties. Hij schrijft voor de Jerusalem Post en voor het in New York gebaseerde The Gatestone Institute, een niet-gebonden en non-profit beleids forum en denktank, waar hij advies geeft. Sinds 1989 is hij tevens producer en consultant voor NBC News. Hij groeide op in het Arabisch Israëlisch stadje Baqa al-Gharbiyye nabij Haïfa en studeerde af aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Tegenwoordig woont hij in Jeruzalem.
Q. Wat zijn de uitdagingen van het werken als journalist op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook?
A. Voordat het vredesproces van Oslo begon, ondervonden Arabische journalisten nauwelijks problemen om te reizen doorheen de West Bank en Gaza en konden vrij spreken met Palestijnen. Maar sinds de Palestijnse Autoriteit kwam naar de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, is de situatie veel moeilijker en gevaarlijker geworden. De P.A. verwacht dat je hen zal dienen als officiële woordvoerder en zich onthoudt van kritiek op haar leiders.
Met Hamas aan de macht in Gaza, is het zelfs nog gevaarlijker geworden voor onafhankelijke Arabische journalisten. Vanwege de BDS [boycot, desinvestering en sancties] beweging tegen Israël, worden journalisten die de Israëlische media vertegenwoordigen, zoals ikzelf, geconfronteerd met niet enkel problemen, maar bedreigingen en zelfs fysiek geweld als we naar Ramallah gaan. Het P.A. leiderschap op de Westoever promoot BDS tegen Israël en bestrijdt ook normalisering met Israël. Het verbiedt ontmoetingen tussen Palestijnen en Israëliërs en veroordeelt de Israëlische media als uiterst vijandig, die het onmogelijk maakt om er te werken en ons leven in gevaar brengt.