
Belgische rechter in panel Int. Strafhof dat incident op Mavi Marmara moet (ver)oordelen
Het internationale rechtssysteem van de VN mag weer eens Israël (ver)oordelen. De schuld staat reeds bij voorbaat vast en het proces wordt enkel nog een formaliteit om het de schijn van waarachtigheid mee te geven, hoe dan ook:
Barbertje Israël moet hangen.
De president van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, de Zuid-Koreaan Sang-Hyun Song, heeft een panel van drie rechters belast om de procedure vereisten te onderzoeken ter voorbereiding van het proces tegen Israël wegens oorlogsmisdaden na de raid van mei 2010 op een flottielje dat koers had gezet naar Gaza.
Negens Turkse opvarenden vonden de dood op het vlaggeschip de Mavi Marmara en verscheidene Israëlische commando’s raakten zwaar gewond in de gevechten die uitbraken toen zij de controle over het schip trachtten over te nemen. Het flottielje had een poging gedaan om de legale blokkade te doorbreken die Israël sinds 2007 heeft opgelegd nadat de terreurgroep Hamas met geweld rivaal Al Fatah had verdreven en de macht greep over de Gazastrook.